Men had mij gevraagd een tekst ter introductie te schrijven. Onderstaande tekst stuurde ik toen.
Leven met afstand
Wat de impact is van leven met een geheim op je leven.
Toen ik als zeventienjarige in 1967 beviel van en naar huis gestuurd werd zonder mijn kind, kreeg ik de opdracht te zwijgen over mijn zwangerschap en überhaupt over dat kind. Velen met mij kregen die opdracht met argumenten – goedbedoeld of venijnig – variërend van ‘als mensen dit horen, vinden ze je een slechte vrouw’, ‘zeg maar niets, anders vind je nooit meer een man’ tot ‘zeg maar niets maar ga verder met je leven, je bent nog jong, je krijgt nog wel andere kinderen’.
Ik weet niet of men ooit nagedacht had over wat deze opdracht betekende voor ons, afstandsmoeders, of wat de impact op ons leven was, buiten de impliciete boodschap vaak dat jij toch de slechte moeder was, want ‘wie geeft nou haar kind weg?’, ook al wilde je het houden, had je zelf daar geen stem in; niet volwassen, geen recht van spreken of handelen.
Zo’n gebeurtenis, je kind geheim houden heeft op twee niveaus veel invloed op je leven.
Het eerste niveau gaat over wat je moet vertellen over de periode dat je weg was, want meestal was het zwangere meisje weg, voor een tijd verdwenen. Laat ik het bij mezelf houden: de ene dag zat ik in de examenklas van de MMS, de andere dag was ik onderweg naar familie in Zwitserland, opdat niemand zou zien dat ik zwanger was. Een deel van mijn zwangerschap was ik daar en een deel ervan was ik in Leiden waar ik ook bevallen ben.
Toen ik weer thuis kwam, tien dagen na de bevalling, kwam ik voor de buitenwereld zogenaamd uit Zwitserland. Er moest dus een aanvaardbaar verhaal komen over waarom ik ruim zes maanden weg was geweest. Ik moest vertellen dat ik eerst een paar maanden op adem moest komen, overspannen vanwege het feit dat ik het schooljaar ervoor gezakt was voor het examen en dat ik daarna een paar maanden heb gewerkt. Maar waar had ik dan gewerkt, was natuurlijk een logische vraag voor de thuisblijvers. Uh, op een kantoor. Maar wat deed je dan op dat kantoor? Uh, typen en zo? Ik verzon maar wat, want ik had nog nooit een kantoor van binnen gezien, hooguit de administratie van mijn school, dus wat deed men daar eigenlijk buiten typen en de telefoon aannemen?
Ik vermeed steeds meer oude contacten of om nieuwe contacten te maken om dit soort vragen te voorkomen.
Want wat je ook gaat doen na je bevalling, of je nu gaat werken, lanterfanten of studeren (wat ik het liefst wilde, weer naar school maar wat niet meer mocht - straf?), je ontmoet mensen en dan komen er ooit vragen over ‘welke school deed je?’, ‘waarom probeerde je niet opnieuw je examen te halen?’, ‘wat deed je in Zwitserland?’ die om een antwoord vroegen.
En wat daarbij komt, is dat je moet onthouden wat je verteld hebt, het moet kloppen met wat je de keer ervoor hebt verteld, het moet elkaar niet tegenspreken. Je maakt dus van je leven tijdens de zwangerschap een verhaal; jij zelf wordt een verhaal dat niets meer te maken heeft met je eigen leven. Alle pijn, verdriet en leegte binnen in je door het gemis van het meest dierbare, moet je uitbannen, want je was toch een vrolijke tiener die alleen maar even de weg kwijt was na het zakken en die genoot van die kans op zo maar een ander leven in Zwitserland. Wie krijgt nu de kans om dat mee te maken? Niemand toch?!
Het tweede niveau gaat over het verhaal binnen in je, de periode van zwangerschap, verbanning, bevalling, de leegte, pijn en verdriet daarna, zo zonder je kind terugkomen en dat intense verlangen ernaar. Niets kun je daarmee. Alle gevoelens ban je uit, want zoals George Orwell schreef in zijn boek 1984, kun je een geheim alleen maar echt bewaren, als het niet meer bestaat, als je je het niet meer herinnert, dus doe je alles om het je niet te herinneren en wat er overblijft zijn fragmenten die stollen tot een vaste stof, een bal die pijn veroorzaakt in je hart, je rug.
Verdriet om iemand die je kwijt raakt kan gedempt worden, kan tot een hanteerbaar verdriet gemaakt worden door erover te vertellen, door van anderen te horen hoe zij het ervaren, door de vragen die zij stellen, maar dit alles gebeurt niet met je geheim. Het is er dus, gestold en al, met alle herinneringen erbij die verdwenen zijn, zoals ‘wanneer ging ik eigenlijk van Zwitserland naar Leiden?’, ‘wie gaf me zwangerschapskleding?’, ‘wie zorgde ervoor dat ik geen last had van melk in mijn borsten? Bonden ze die af, kreeg ik medicijnen?’, enzovoort.
Beide niveaus zitten in je lijf, je hart, je hoofd, ze werken op elkaar in, het ‘leuke’ verhaal wordt bijna de herinnering, het ‘echte’ verhaal lijkt een verzinsel. Kortom, je wordt een gespleten persoon, die beide in stand probeert te houden.
Maar het echte verhaal verdwijnt niet, het wordt een zwerende bal die langzaamaan naar de oppervlakte breekt, iets wat je tegelijkertijd ook niet wilt, omdat je ervan overtuigd bent, dat iedereen je verlaat als ze het echte verhaal gaan horen, want tenslotte is de boodschap dat je een slechte moeder, een slechte vrouw bent, goed bewaard gebleven in die gestolde bal, daarvan ben je overtuigd.
En wat is nu de impact van dit alles op mijn leven? Veel en levenslang, ook al kan ik het hanteren, door van tijd tot tijd therapie te hebben, door de lieve mensen om me heen, door het contact met mijn zoon. Ik kan zeggen dat ik de scherpste kanten eraf heb kunnen halen maar ‘genezen’? Dat niet, die illusie ben ik al lang kwijt; ik heb levenslang gekregen.
Will van Sebille
Wat helder geschreven. Ik voel, voor zover dat kan, met je mee. Krachtig Will, heel krachtig.
BeantwoordenVerwijderenOnthullend al die persoonlijke ervaringen en emoties. Het leert mij veel over hoe het was voor meisjes die dit overkwam. Goed dat je het verhaal opnieuw vertelt. Zoveel genuanceerder en intenser dan in een krantenartikel met je verhaal dat ik jaren geleden las.
BeantwoordenVerwijderen