reis

reis
op weg

dinsdag 23 juni 2020

Redding


Haar kleren weer aan, het badpak opgehangen. De handdoek er netjes naast. Niets wijst erop dat deze vrouw net iemand heeft gered.
Ze stond te twijfelen aan de rand van de zee, dromend over zonovergoten vakanties, zij in een oud badpak, overgebleven van een partij die haar vader had ingekocht. Het badpak was te groot en te zwaar en het zakte af, waardoor ze het schaamrood op haar kaken kreeg, als ze het water uitkwam.
Nu staat ze hier weer met een oud badpak, geleend in het hotel, te groot, dat wist ze nu al.
Toch gaan zwemmen? Het moet, vindt ze, een hommage aan het verleden, ook al was het strand nu leeg, verlaten, de zee koel en verstild, mistig.
Gaan of niet gaan?
Ze loopt naar het water, tenen in de kabbelende golfjes.
Dan ziet ze een kopje in de golven. Een kind. Waar komt dat vandaan?
Ze had het niet eerder gezien, en toch lijkt het bekend.
Het kind is te ver in zee, dat ziet ze wel.
De palen die bij eb een natuurlijke grens tussen delen zee zijn, je beschermen tegen afdrijven, staan nu voor het grootste deel onder water.
Wat doet dat kind daar? De stroming is hier sterk. Weet je nog, zegt ze tegen zichzelf, toen die Duitse jongens te ver de zee in gingen en helemaal in Domburg aanspoelden? Een had het niet gehaald.
Zonder na te denken loopt ze de zee in en met krachtige slagen zwemt ze naar het kind.
Dan ziet ze het niet meer. Waar is ze gebleven?
Ze kijkt om. Daar staat een meisje op de kant, ze heeft het koud, de schouders opgetrokken, een silhouet tegen het lege strand. In een oud, te groot badpak.
Ze zwemt terug. Ze heeft zichzelf gered.

Will van Sebille

woensdag 17 juni 2020

Bezoek Beelden aan Zee – 16 juni 2020

Daar gingen we dan, met mondkapje op in de bus, op weg naar Beelden aan Zee voor de expositie van Germaine Richier voor de eerste keer in maanden. Reserveren verplicht, een tijdslot van twee uur en met weinig mensen tegelijk door de ruimte lopen.



Gelukkig hoefde we de uitgezette looproute niet te volgen, wat denk ik kwam doordat er vlak na het ingaan van het tijdslot nog maar zo weinig bezoekers waren. Dat was wel een voordeel, zoveel ruimte tussen en om de beelden!

 

Waarom deze expositie als eerste?

Aangetrokken door het prachtige filmpje van de opening – musea net dicht vanwege corona – met een impressie van de beelden en een magnifiek ontroerend optreden van de operazangeres Francis van Broekhuizen die Puccini’s Vissi d’Arte zong, al zwervend langs de beelden. 

Dat raakte me, de stem, het licht, de beelden, de titel Mensbeeld-Mensbeest.

 

En daar liepen we in de ruimte met de de beelden die uitnodigden om er rondom heen te lopen: ze hadden vanuit elke hoek een ander gezicht, letterlijk, waardoor ze de lagen toonden van het menselijk bestaan. Ik heb dan ook filmpjes gemaakt van verschillende beelden, helemaal rondom om daarna stil te staan kijken, kijken en nog eens kijken, ze binnen te laten komen. 



Met name drie beelden raakten me diep: figuren die aan allerlei draden vast zaten, alsof anderen bepaalden wat hun volgende stap, handeling of beweging zou zijn, waarbij de figuren zelf iets onbestemds en treurigs uitstraalden.

Natuurlijk interpretatie van mij maar dat maakt kunst, deze kunst, zo prachtig, de ruimte laat voor aanraking, voor interpretatie!